Na 8 jaar eindelijk een doorbraak?

De Nationale Adviesgroep Cabinelucht (NAC) werd in 2015 door toenmalige Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) in het leven geroepen.

De NAC kreeg als opdracht om de minister te adviseren over:

  • ontwikkelingen (waaronder nieuw onderzoek) die relevant kunnen zijn voor de gekozen strategie;
  • de wenselijkheid van additioneel (internationaal) onderzoek;
  • de Nederlandse inbreng in de Europese onderzoekstrajecten.

Vertegenwoordigers van werkgevers (o.a. KLM), werknemers (VNV, VNC, NVLT) en onderzoeksinstituten (RIVM, TNO, NLR) werden als lid van de NAC geïnstalleerd, de betrokken departementen (IenM, SZW) namen plaats als waarnemer. Er werd een “onafhankelijk voorzitter” aangesteld en de Tweede Kamer zou “tenminste jaarlijks en zoveel vaker als nodig” worden geïnformeerd over het werk van de NAC. Het leek een mooi initiatief om te komen tot een gezondere werkomgeving voor vliegtuigpersoneel, met schone lucht voor bemanningen en passagiers. Ook wij hadden destijds goede hoop dat hiermee de problematiek van verontreinigde cabinelucht, dat al dateert van begin jaren ’60, nu eindelijk voortvarend zou worden aangepakt.

In de praktijk viel dat echter erg tegen, de NAC bleek helaas niet zozeer op resultaten gericht te zijn, maar meer het karakter van een “politiek praatclubje” te hebben. Van het streven om 3 à 4 vergaderingen per jaar te houden kwam weinig terecht en ook de bijbehorende (minimaal jaarlijkse) rapportage naar de Minister was zonder meer als mager te bestempelen. Over 2016 en 2017 werd er nog wel een (wollig, weinig zeggend) jaarverslag afgeleverd, maar over 2018 en 2019 bleef dit zelfs geheel achterwege (zie lijst met gepubliceerde jaarverslagen)! In antwoord op onze vragen hierover werd ons eind 2018 (na herhaaldelijk aandringen) door voorzitter Biesheuvel zelfs te verstaan gegeven dat wij “net als velen teveel verwachtingen hadden van de NAC”, volgens de voorzitter bestond de opdracht van de NAC ook slechts uit “het volgen van de internationale ontwikkelingen op het gebied van Cabinelucht”…. Een buitengewoon teleurstellende gang van zaken, en doodzonde van alle verspilde tijd en gemeenschapsgeld…

Sinds 2020 ressorteert de NAC onder het RIVM en is een nieuwe voorzitter aangesteld, Mw. Meiltje de Groot. Sindsdien lijkt er een frisse wind door de NAC te waaien: er wordt meerdere keren per jaar vergaderd, vanaf 2020 zijn ook er weer jaarverslagen geproduceerd en, last but not least: tot onze grote verrassing kwam  de NAC onlangs (eind  augustus 2023) zelfs met een “Adviesnotitie kennisvergroting en bewustwording kwaliteit cabinelucht bij luchtvaartpersoneel” aan de minister, met concrete adviezen over het trainen van cabine-, cockpit- en technisch personeel en over het melden van “voorvallen rond cabinelucht”. Het stuk refereert aan de aanbevelingen van het onlangs door de CEN gepubliceerde Technical Report NPR-CEN/TR 17904 en het benadrukt de noodzaak voor jaarlijkse training van zowel cockpit- en cabine personeel als technisch personeel en medewerkers van Health&Safety afdelingen en medische diensten. Het gaat daarbij om zaken als het herkennen en onderscheiden van geuren, het bewustworden van mogelijke symptomen als gevolg van blootstelling aan geuren, het onderkennen van de gevaren van blootstelling en het belang van goede (gestandaardiseerde) rapportage van fume events.

Deze Adviesnotitie betekent een belangrijke stap op weg naar een gezonde en veilige werkomgeving, maar daarmee zijn we er uiteraard nog niet. In samenhang met invoering van trainingen en de bevordering van gedegen rapportage van alle geur incidenten (in feite dus fume events), is het nu van groot belang dat:

  • Het is essentieel dat het zeer onlangs gepubliceerde Medical Protocol voor de behandeling van klachten na een fume event geïmplementeerd wordt bij bedrijfsartsen, ziekenhuizen in de omgeving van vliegvelden (waar men met deze patiënten geconfronteerd kan worden), etc. Dit Medical Protocol vormt een belangrijke tool voor de medische professional om tot een juiste diagnose te komen van het slachtoffer van blootstelling aan schadelijke stoffen. Daarmee kan onjuiste diagnose en mogelijke vervolgschade door onjuiste medicatie voorkomen worden.
  • Pas als de behandelend (bedrijfs) arts een apart “vakje voor Aerotoxic Syndrome” heeft, kan zeker gesteld worden dat de patiënt de best mogelijke behandeling krijgt en kan er ook een reëel inzicht verkregen worden in de werkelijke aantallen patiënten met deze klachten

Daarnaast zal Stichting Fly Aware aandacht blijven vragen voor de volgende belangrijke onderwerpen:

  • Verdere ontwikkeling en inbouw van deugdelijke filtering van alle  bleed air (niet slechts de recirculated air!) voordat die de cabine binnenkomt
  • Inbouw van goede sensoren/waarschuwingssystemen voor de aanwezigheid van schadelijke stoffen in de cabinelucht
  • Invoering van nieuw ontwikkelde (en nog te ontwikkelen), minder giftige oliesoorten
  • En uiteindelijk natuurlijk een totale ban op het gebruik van bleed air systemen voor de luchtvoorziening in de cabine van nieuw te ontwerpen vliegtuigen. Bleed air is immers per definitie verontreinigd met motorolie en hydraulische vloeistof en daarmee eigenlijk totaal ongeschikt voor deze toepassing.