We krijgen nog dagelijks te horen hoe belangrijk het is om minimaal 1,5 meter afstand te houden op het terras, in het restaurant en in de winkel. Draag toch vooral uw (zelfgemaakte!) mondkapje in het openbaar vervoer, luidt het devies, want daar kunt u misschien niet altijd die afstand bewaren. Het is van het grootste belang om daarmee uw eigen gezondheid en die van de mensen in uw directe omgeving te beschermen.

Het RIVM, dat een sterk bepalende rol speelt voor het overheidsbeleid, was in eerste instantie van mening dat een mondkapje erg weinig bijdraagt aan de bescherming tegen het Coronavirus. Men was zelfs tegen het gebruik hiervan omdat dit mogelijk “een vals gevoel van veiligheid” zou kunnen geven. Dit advies werd later alsnog omgedraaid, maar het gebruik van maskers van een Medische kwaliteit wordt nog steeds ontmoedigd vanwege mogelijke tekorten voor gezondheidswerkers. En dus adviseert onze overheid nu het gebruik van eenvoudige, eventueel zelfgemaakte mondkapjes, bv. van een stukje textiel. De toegevoegde waarde daarvan voor de bescherming is op z’n minst twijfelachtig te noemen, het kan hooguit helpen om de verspreiding van grotere druppels bij het hoesten/niezen wat in te dammen.

Dat de luchtvaartindustrie over een buitengewoon krachtige lobby beschikt, was al langer bekend. In deze Corona-tijd werd dat nog eens extra bevestigd: plotseling werd (ook door datzelfde RIVM) verklaard dat het veilig genoeg was om per vliegtuig te reizen, ook als alle stoelen bezet werden. Dit terwijl bv. touringcars, bioscopen en restaurants op dat moment hooguit een kwart van hun capaciteit mochten benutten om zo de 1,5 meter afstand te kunnen garanderen (deze laatste beperking is inmiddels wel verruimd).

Het argument voor die “vrijstelling” van de luchtvaart is de veronderstelde ultieme kwaliteit van de luchtverversing aan boord. Ook vrijwel alle grote luchtvaartmaatschappijen putten zich uit in hun reclamecampagnes om de luchtkwaliteit aan boord te bejubelen. De lucht in de cabine zou zelfs net zo schoon zijn als in een operatiekamer. “Alle lucht aan boord wordt iedere 3 minuten volledig ververst met frisse lucht van buitenaf”, zo beweert men. Bovendien “filteren de toegepaste HEPA-filters alle verontreiniging (inclusief bacteriën en virussen) feilloos uit de lucht”. En tenslotte “stroomt de lucht vrijwel bij iedere stoelrij van boven naar beneden door de cabine en wordt die lucht dus niet van voor naar achter (of andersom) getransporteerd”. De kans op een virusbesmetting zou daarmee (zeker in combinatie met zo’n zelfgemaakt mondkapje) minimaal zijn…

De werkelijkheid is helaas een stuk minder florissant: de kwaliteit van de lucht in een vliegtuig is totaal niet te vergelijken met die in een operatiekamer. De belangrijkste verschillen:

  1. In een operatiekamer wordt alle lucht vers van buiten gehaald en hoogwaardig gefilterd met HEPA filters, voordat die binnengelaten wordt. De lucht wordt via een groot oppervlak met relatief lage snelheid aangevoerd. De verse lucht verdringt dan de aanwezige lucht vrijwel zonder daarmee te vermengen (laminaire stroming), dit maakt de verversing zeer effectief. De lucht wordt ook niet hergebruikt, maar telkens volledig vervangen door schone lucht van buiten. Dit proces staat garant voor een zeer hoge luchtkwaliteit.
  2. Omdat alle lucht die een vliegtuigcabine inkomt, rechtstreeks en ongefilterd uit de motor komt, is deze lucht altijd vervuild met diverse giftige stoffen, waaronder Organofosfaten. De luchttoevoer vindt plaats via een aanzienlijk kleiner oppervlak en een hogere stroomsnelheid. Daarbij ontstaat veel meer werveling en vermenging van verse- en aanwezige lucht, waardoor de effectiviteit van de verversing vermindert. Vervolgens wordt ongeveer 50% van de lucht nog ’s hergebruikt, en alleen deze al gebruikte lucht wordt door een HEPA filter gereinigd voordat zij weer gemengd wordt met de “verse” lucht die uit de motor wordt aangevoerd. Deze recirculatie wordt toegepast om kosten (brandstof) te besparen, maar gaat uiteraard wel ten koste van de luchtkwaliteit!
  3. Het aantal mensen per kubieke meter ruimte is in een vliegtuig vele malen groter dan in een operatiekamer. Het aantal liters verse lucht per persoon is dan ook in een vliegtuig veel lager dan in een operatiekamer. Door bewegen (heen en weer lopen) en warmteproductie veroorzaakt deze grotere “mensdichtheid” bovendien nog een extra toename van werveling en vermenging van de verse en gebruikte lucht.
  4. Tijdens het in- en uitstappen levert de zgn. APU (Auxiliary Power Unit) de benodigde lucht (en ook electriciteit) aan boord. Deze APU is vaak de veroorzaker van verontreinigde cabinelucht. Op steeds meer vliegvelden mag de APU echter niet (of slechts zeer beperkt) gebruikt worden vanwege de steeds strengere milieu- en lawaai regels. In dat geval wordt er dan gebruik gemaakt van een mobiele airconditoning unit onder het vliegtuig, of een installatie die bv. vast is ingebouwd op het platform of in de gate. Helaas betekent het gebruik van zo’n installatie ook dat de “eigen” airco aan boord, en daarmee ook de veel geprezen HEPA filters, niet in werking zijn!  En dat juist op het moment dat iedereen extra dicht op elkaar zit/staat een veel in beweging is (bagage opbergen etc.), dus maximaal besmettingsrisico!

Prof. dr. Dieter Scholz, hoogleraar vliegtuigsystemen aan de Universiteit van Hamburg, gaat in deze reportage van het TV-programma Nano dieper in op de problemen met luchtverversing in vliegtuigen.

Al met al kun je wel zeggen dat de mensen in een vliegtuig (vaak langdurig) dicht op elkaar zitten, met een matige kwaliteit van luchtverversing. De kans op besmetting met het Coronavirus (of iedere andere willekeurige besmettelijke ziekte) is zeker niet denkbeeldig, zoals ook in het verleden al is aangetoond (zie o.a. dit artikel in the Daily Mail van september 2020 over besmetting van meerdere passagier met het Covid19 virus, terwijl die passagiers niet eens dicht bij elkaar gezeten hadden, en dit artikel van het Center for Disease Control van maart 2021 over meerdere besmettingen op een vlucht van Dubai naar Auckland). Eenzelfde “super spreader event” aan boord van een vliegtuig was eerder ook al aangetoond met het SARS-virus.

Stichting Fly Aware adviseert dan ook om altijd een goede kwaliteit gezichtsmasker te dragen tijdens het vliegen, bv. het Cambridge Sky Mask. Dit biedt een veel betere bescherming dan een zelfgemaakt masker, het beschermt je zowel tegen virus- en bacteriebesmettingen als tegen de vele andere giftige stoffen die in de lucht aan boord voorkomen.

Eén kanttekening is hierbij wel op z’n plaats: het Cambridge Mask biedt de gebruiker een goede bescherming met z’n FFP3-kwaliteit filter. Deze bescherming werkt echter alleen bij het inademen, dus ter bescherming van de gebruiker. Het masker is voorzien van een zgn. outflow valve, een klep die opent als je uitademt. Dit is gedaan om  het draagcomfort te verhogen doordat het masker minder weerstand biedt bij het uitademen. Maar het beschermt de omgeving daardoor niet tegen de uitgeademde lucht van de gebruiker. Vanwege de Corona-maatregelen kan dit momenteel echter wel geëist worden in het openbaar vervoer (en vliegtuigen). Er zijn twee manieren om dit te ondervangen:

  1. De outflow valve van het Sky Mask kan simpelweg afgeplakt worden zodat deze niet opengaat. Dit kan bv. met een kleine sticker die je aan de binnenkant op de valve plakt. Je zult merken dat het wel iets meer energie vraagt om uit te ademen, maar de filterwerking wordt er niet door verstoord.
  2. Je kunt natuurlijk ook een simpel zelfgemaakt maskertje (van textiel) over het Sky Mask dragen om aan de regeltjes te voldoen. Hierbij blijft  het draagcomfort beter behouden, doordat de ademweerstand minder toeneemt en te hoge vochtigheid in het masker voorkomen wordt.

Met deze eenvoudige maatregelen verzeker je jezelf van een vele malen betere bescherming (en bepaald niet alleen tegen virussen!)